Vroeg in de avond zette zaterdag muziekvereniging Arti alle stoelen klaar in het Scala College voor een tocht door De Efteling. Het waren er nog te weinig. Op de tonen van marsmuziek loop je zo het park binnen. Hoor je de muziek dan sta je zo weer voor de waterlelies met de dansende elfjes en neurie je mee met de Afrikaanse beat. Of je ziet de schimmen in het spookkasteel bij flarden van de dodendans. En zonder dat je draaierig wordt, zit je in de kookpot bij meneer Kannibaal. Je vaart mee langs de oosterse sfeer van de Fata Morgana. Elk muziekje roept de vrolijke sfeer van een dagje uit op. Ze kwamen allemaal langs: Baron 1898, de Vliegende Hollander en de spanning van Villa Volta.

Het was een avondje Droomvlucht.

Twee keer pakte het orkest extra uit. Het sprookje van Assepoester kwam in woord en beeld voorbij. Muzikaal ondersteund door de klassieke ouverture van Rossini’s opera La Cenerentola uit 1817. Bijzonder was ook het verhaal van de Rattenvanger van Hamelen, in de Efteling alleen als miniatuur te zien. Maar bij Arti kwam het verhaal muzikaal in alle grootsheid tot leven. Verteld door een van de orkestleden, die daarmee zijn eigen compositie uit 1994 voordroeg. Dit keer in het bijzijn van zijn vrouw, dochter èn kleindochter.

In het orkest zaten tovenaars, bakkers, prinsen en prinsessen, ridders en bandieten. De gelaarsde kat was er, de stiefmoeder van sneeuwwitje bood een appeltje aan en Langnek klom er boven uit. Het slagwerk kwam uit een zak patat. De herinnering aan een feestelijke sprookjesavond blijft. Maar het meest nog het melodietje van Carnaval Festival, dat tot drie keer toe met handgeklap werd begeleid. Gespeeld door het beginnersensemble Toetie, door het opleidingsorkest en door Groot Arti. Het was een geslaagd gezinsconcert: als familie een avondje uit.